Biesta, P., ‘De bombazijnindustrie te Groningen’, Maandblad ‘Groningen’. Geïllustreerd maandblad voor volkstaal
, 22 (1939) 1 – 5.–, ‘Geschiedenis van de Groninger brei-industrie’, Groninger Volksalmanak 1940
, 103 – 157.Bijlsma, R., ‘Engelsche tabakspijpmakers in oud-Rotterdam’, Rotterdams Jaarboekje
, Tweede reeks, 4 (1916), 44 – 45.–, ‘Rotterdams waterstad-nijverheid 1588 – 1648’, Rotterdams Jaarboekje
, Tweede reeks, 5 (1917) 45 – 54.–, Rotterdams welvaren 1550 – 1650
(The Hague 1918).–, ‘Immigratie van Duitsers in Suriname’, West-Indische Gids
, 2 (1920) 413 – 417.–, ‘Surinaamsche plantage-inventarissen uit het tijdperk 1713 – 1742’, West-Indische Gids
, 3 (1921) 325 – 332.Blanksma, J. J., ‘Steenkool als brandstof omstreeks 1600’, Chemisch Weekblad
, 28 (1931) 210 – 213, 314 – 316.–, ‘Over kwik, kwikoxyden, kwiksulfiden, cinnabar, vermiljoen’, Chemisch Weekblad
, 44 (1948) 456 – 464.Blaug, M., ‘A survey of the theory of process-innovations’, Economica
, 30 (1963) 13 – 32.Bloch, Marc, ‘Avènement et conquêtes du moulin à eau’, Annales d’histoire économique et sociale
, 7 (1935) 538 – 563.Blockmans, W. P., ‘De representatieve instellingen in het Zuiden, 1384 – 1482’, Algemene Geschiedenis der Nederlanden
, vol. 4 (Haarlem 1980) 156 – 163.–, G. Pieters, W. Prevenier and R. W. M. van Schaïk, ‘Tussen crisis en welvaart: sociale veranderingen 1300 – 1500’, in: Algemene Geschiedenis der Nederlanden
, vol. 4 (Haarlem 1980) 42 – 86.–, ‘Voracious states and obstructing cities. An aspect of state formation in preindustrial Europe’, in Charles Tilly and Wim Blockmans (eds.), Cities and the rise of states in Europe AD 1000 – 1800
(Boulder 1994) 218 – 250.–, ‘The economic expansion of Holland and Zeeland in the fourteenth-sixteenth centuries’, in E. Aerts et al
. (eds.), Studia historia oeconomica. Liber amicorum Herman van der Wee (Louvain, 1993) 41 – 58.Bloom, H. I., The economic contribution of the Jews of Amsterdam in the seventeenth and eighteenth centuries
(s.l 1937).Bochove, Christiaan van, ‘De Hollandse haringvisserij tijdens de Vroegmoderne Tijd’, Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis
, 1 (2004) 3 – 27.Bodmer, W., Die Entwicklung der Schweizerischen Textilwirtschaft im Rahmen der übrigen Industrien und Wirtschaftszweige
(Zürich 1960).Boekel, P. N., De zuivelexport van Nederland tot 1813
(Utrecht 1929).Boeles, W. B. S., Frieslands Hoogeschool en het Rijksathenaeum te Franeker
, 2 vols. (Leeuwarden 1878 – 1889).Boelmans Kranenburg, H. A. H., ‘Visserij van de Noordnederlanders’, in: G. Asaert, J. van Beylen and H. P. H. Jansen (eds.), Maritieme Geschiedenis der Nederlanden
, vol. 1 (Bussum 1976) 285 – 294.Boer, J. de, Tusschen Kil en Twiske. Geschiedenis van de polder Assendelft
(Wormerveer 1946).Boer, J. F. M. de, ‘Van heien en heipalen en het probleem van de Amsterdamse bodem’, Jaarboek Amstelodamum
, 47 (1955) 27 – 47.Boer, M. G. de, ‘De ondergang der Amsterdamsche gilden’, Tijdschrift voor Geschiedenis
, 47 (1932) 129 – 149, 225 – 245.Bogucka, Maria, ‘The role of Baltic trade in European development from the XVIth to the XVIIIth centuries’, Journal of European Economic History
, 9 (1980) 1 – 20.–, ‘Danzig an der Wende zur Neuzeit: von der aktiven Handelsstadt zum Stapel und Produktionszentrum’, Hansische Geschichtsblätter
, 102 (1984) 91 – 104.–, Das alte Danzig
(München 1987).Boissonnade, P., L’industrie du papier en Charente et son histoire
(s.l. 1899).–, Le socialisme d’état, l’industrie et les classes industrielles en France pendant les deux premiers siècles de l’ère moderne (1453–1661)
(Paris 1927).Bonke, H., De kleyne mast van de Hollandse coopsteden. Stadsontwikkeling in Rotterdam 1577 – 1795
(Amsterdam 1996).