–, ‘River control and the evolution of knowledge. A comparison between regions in China and Europe, 1400 – 1850’, Journal of Global History
, 1 (2006) 59 – 79.–, ‘Apprenticeship and guild control in the Netherlands, c. 1450 – 1800’, in: B. de Muynck, S. Kaplan and H. Soly (eds.), Learning on the shop floor. Historical perspectives on apprenticeship
(New York/London 2007) 65 – 84.Davis, Ralph, The rise of the English shipping industry in the 17th and 18th centuries
(London 1962).Davis, Robert C., Shipbuilders on the Venetian Arsenal. Workers and workplace in the preindustrial city
(Baltimore 1991).Dehing, Pit and ’t Hart, Marjolein., ‘Linking the fortunes: currency and banking, 1550 – 1800’, in: Marjolein ’t Hart, Joost Jonker and Jan Luiten van Zanden (ed.), A financial history of the Netherlands
(Cambridge 1997) 37 – 63.Dekker, C., ‘De aanstelling van de molenmeesters in Delfland van de 15e
tot de 18e eeuw’, Zuid-Hollandse Studiën. IX (1961) 49 – 88.–, Zuid-Beveland. De historische geografie en de instellingen van een Zeeuws eiland in de middeleeuwen
(Assen 1971).–, Een schamele landstede. Geschiedenis van Goes tot aan de Satisfactie in 1577
(Goes 2002).Dekker, R. M., ‘Arbeidsconflicten in de Leidse textielindustrie’, in: H. A. Diederiks, D. J. Noordam and H. D. Tjalsma (eds.), Armoede en sociale spanning. Sociaal-historische studies over Leiden in de achttiende eeuw
(Hilversum 1985) 69 – 86.–, ‘De staking van de Amsterdamse katoendrukkersknechts in 1744’, Textielhistorische Bijdragen
, 26 (1986) 24 – 37.–, ‘«Getrouwe broederschap». Organisatie en acties van arbeiders in pre-industrieel Holland’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden
, 103 (1988) 1 – 19.Denewet, Lieven, ‘Cornelis Corneliszoon is niet de uitvinder van de houtzaagwindmolen’, Molinologie
, no. 18 (2002) 20 – 24.–, ‘Die erste Wasserschöpfmühle befand sich in Flandern (Gent, Hoosmolen, 1316) ’, Mühlenbrief
no. 9 (April 2007) 14 – 15.Derville, A., ‘Le marais de Saint-Omer’, Revue du Nord
, 62 (1980) 73 – 95.–, ‘Moulins, cultures industrielles et marchands dans les campagnes artésiennes et flamandes’, Revue du Nord
, 72 (1990), 575 – 592.Die Deutsche Oelmühlen-industrie. Festschrift zum 25. Jährigen Bestehen des Verbandes der deutschen Oelmühlen
(Berlin 1925).Devliegher, Luc, De molens in West-Vlaanderen
(Tielt 1984).Devyt, C., ‘De compagnie der zaagmolens 1750 – 1824. Molendorp te Bredene’, Biekorf
, 75 (1974) 259 – 276.Deyon, P., ‘La concurrence internationale des manufactures lainières aux XVIIe
et XVIIIe siècle’, Annales ESC, 27 (1972) 20 – 31.– and Guignet, P., ‘The Royal Manufactures and economic and technological progress in France before the Industrial Revolution’, Journal of European Economic History
, 9 (1980) 611 – 632.Dibbits, H. A. M. C., Nederland-Waterland. Een historisch-technisch overzicht
(Utrecht 1950).Dickinson, H. W. and A. A. Gomme, ‘Some British contributions to Continental technology’, Actes du VIe Congrès International d’Histoire des Sciences
(Amsterdam 1950), vol. I, 306 – 323.Dictionary of American Biography
, 20 vols. (repr. New York 1946 – 1958).Diederiks, H. A., Een stad in verval. Amsterdam omstreeks 1800
(Meppel 1982).Dienne, M. Comte de, Histoire du dessèchement des lacs et marais en France avant 1789
(Paris 1891).Diepeveen, W. J., De vervening van Delfland en Schieland tot het einde der zestiende eeuw
(Leiden 1950).Dillen, J. G. van, ‘Vreemdelingen te Amsterdam in de eerste helft der zeventiende eeuw. I. De Portugeesche Joden’, Tijdschrift voor Geschiedenis
, 50 (1935) 4 – 39.–, ‘Gildewezen en publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie’, in: idem, Mensen en achtergronden
(Groninger 1964) 149 – 176.