–, ‘Gilden en neringen’, in: idem, Mensen en achtergronden
(Groninger 1964) 177 – 180.–, Van rijkdom en regenten. Handboek tot de economische en sociale geschiedenis van Nederland tijdens de Republiek
(The Hague 1970).Dinklage, Karl, ‘Die älteste österreichische Bleiweißfabrik und ihre Gründung in Klagenfurt im Jahre 1761’, Blätter für Technikgeschichte
, 18 (1956) 122 – 137.Dirr, Pius, ‘Augsburger Textilindustrie im 18. Jahrhundert’, Zeitschrift des Historischen Vereins für Schwaben und Neuburg
, 37 (1911) 1 – 106.Dobbelaar, P. J., De branderijen in Holland tot het begin der negentiende eeuw
(Rotterdam 1930).Dobelmann, Werner, Mühlen des Osnabrücker Nordlandes
(Berge 1980).Domonkos, O., ‘Wanderrouten ungarischen Handwerksgesellen und deren Bedeutung für den technischen Fortschriftts’, Jahrbuch für Wirtschaftsgeschichte
, 1 (1982), 99 – 111.Doorman, G., ’Hollandsche oude baggermolens’, De Ingenieur
, 63 (1951 A), 413 – 418.–, ‘De Amsterdamsche moddermolen’, Maandblad Amstelodamum
, 38 (1951) 147 – 151.–, ‘Cornelis Dircksz. Muys, de uitvinder van de Amsterdamsche moddermolen’, De Ingenieur
, 64 (1952 A) 83 – 85.–, ‘Cornelis Cornelisz. van Uitgeest en de hollandse uitvindingen op het einde van de 16e
eeuw’, in: Gedenknummer Octrooiwet 1912 – 1952 (The Hague 1952), 92 – 100.–, De middeleeuwse brouwerij en de gruit
(The Hague 1955).–, ‘Het haringkaken en Willem Beukelsz.’, Tijdschrift voor Geschiedenis
, 69 (1956) 371 – 386.Doorn, D. van, Gedenkschrift uitgegeven ter gelegenheid van het 700 – jarig bestaan van het Hoogheemraadschap van Schieland
(Rotterdam 1973).Doran, E. J., ‘The origin of leeboards’, Mariner’s Mirror
, LIII (1967) 39 – 53.Dornie, F., L’ industrie textile dans la Maine et ses débouchés internationaux (1650–1815)
(Le Mans 1955).Dosi, G. ‘Technological paradigms and technological trajectories. A suggested interpretation of the determinants and directions of technological change’, Research Policy
, 11 (1982) 147 – 162.–, Technical change and industrial transformation
(New York 1984).– and C. Freeman (eds.), Technical change and economic theory
(London 1988).Douwes, F. G. H, ‘Scheepsbouw te Amsterdam in vroeger eeuwen’, Ons Amsterdam
, 13 (1981) 34 – 44, 80 – 89.Druenen, P. G. van, ‘Gilden, trafieken en de rol van de overheid’, Jaarboek voor de Geschiedenis van Bedrijf en Techniek
, 5 (1988) 419 – 426.Duba, W.,’Werkverschaffing in Haarlem, 1771 – 1824’, Jaerboek Haerlem 1985
, 48 – 64.Duco, D. H., Goudse pijpen. De geschiedenis van de pijpmakerij in Gouda vanaf haar ontstaan tot heden
(Amsterdam 1978).–, ‘De kleipijp in de zeventiende eeuwse Nederlanden’, in: P. Davey (ed.), The archeology of the clay tobacco pipe
V: Europe 2 (Oxford 1981), 111 – 468.–, De tabakspijp als Oranjepropaganda
(Leiden 1992).Dudok van Heel, S. A. C., ‘Een grote concentratie van zeepzieders aan het Damrak. Amsterdamse zeepziederijen in de 16e
en vroege 17e eeuw’, Jaarboek Amstelodamum, 83 (1991) 45 – 112.Duin, P. van and Robert Ross, The economy of the Cape Colony in the eighteenth century
(Leiden 1987).Dunk, Thomas van der, ‘Een Duits architect in Rotterdam in de Republiek. Die Reiseanmerkungen van Leonhard Christoph Sturm (1660–1719)’, Rotterdams Jaarboekje
, 11de reeks, 2 (2004) 157 – 189.Duplessis, Robert S., ‘Capital and finance in the early modern Veluwe paper industry’, AAG Bijdragen
28 (1986) 185 – 198.–, ‘Probate inventories, investment patterns and entrepreneurial behavior in the Zaanstreek (Holland) 1690 – 1709, 1740 – 1749’, in: M. Barlant, A. J. Schuurman and P. Servais (eds.), Inventaires après décès. Apports à une histoire de la vie économique et quotidienne XIVe – XIXe siècle
(Louvain-la-Neuve 1988) 97 – 108.