450 лет лидерства. Технологический расцвет Голландии в XIV–XVIII вв. и что за ним последовало

Jongste, J. A. F. de, Onrust aan het Spaarne. Haarlem in de jaren 1747 – 1751 (Amsterdam 1984).

Jonker Hzn., H., Hoofdstukken uit de geschiedenis van de polder Wieringerwaard 1610 – 1960 (Amsterdam 1960).

Jorink, Eric, Het Boeck der Natuere. Nederlandse geleerden en de wonderen van Gods Schepping 1575 – 1715 (Leiden 2006).

Julin, A., Les grandes fabriques en Belgique vers le milieu du XVIIIe siècle (1764) (Brussels 1903 – 1904).

Kamermans, Johan A., Materiële cultuur in de Krimpenerwaard in de zeventiende en achttiende eeuw. Ontwikkeling en diversiteit (Wageningen 1999).

Kampen, S. G. van, De Rotterdamsche particuliere scheepsbouw in de tijd van de Republiek (Assen 1952).

Kappelhof, A. C. M., ‘«Om stadtsneringe ende welvaren te vorderen». Een vroege glasblazerij in Breda (1617–1619) ’, Industriële Archeologie, 11 (1991) 2 – 16.

Kaptein, H., ‘Passchier Lammertijn. Uitvinder of bedrieger?’, Alkmaarse Historische Reeks, 9 (1993) 57 – 79.

–, De Hollandse textielnijverheid 1350 – 1600. Conjunctuur en continuïteit (Hilversum 1998).

– and P. Schotsman, ‘Alkmaar als bakermat van de Hollandse industriemolens’, Alkmaarse Historische Reeks, 12 (2004) 183 – 226.

Kausche, Dietrich, ‘Hamburg und die Niederlande 1660 – 1730’, Zeitschrift des Vereins für Hamburgische Geschichte, 67 (181) 75 – 103.

Kellenbenz, H., The rise of the European economy. An economic history of Continental Europe 1500 – 1750 (London 1976).

–, ‘The fustian industry of the Ulm region in the fifteenth and early sixteenth century’, in: N. B. Harte and K. G. Ponting (eds.), Cloth and clothing in medieval Europe

(London 1983) 258 – 276.

Keller, A. G., A theatre of machines (Norwich 1964).

–, ‘A Renaissance humanist looks at «new» inventions. The article «Horologium» in Giovanni Tortelli’s De Orthographia’, Technology and Culture, 11 (1970) 345 – 364.

–, ‘Mathematical technologies and the growth of the idea of technical progress in the sixteenth century’, in: A. G. Debus (ed.), Science, medicine and society in the Renaissance (New York 1972) 11 – 27.

Kernkamp, G. W., ‘De Droogscheerderssynode. Een bijdrage tot de geschiedenis van de lakenindustrie in Holland in de 17^e en 18^e eeuw’, in:

Geschiedkundige opstellen, uitgegeven ter eere van Dr. H. C. Rogge (Leiden 1902) 85 – 133.

Kerridge, Eric, ‘Turnip husbandry in Hugh Suffolk’, Economic History Review, 2nd series 8 (1955/56) 390 – 392.

–, The agricultural revolution (London 1967).

Kersbergen, A. C., ‘Rotterdamsche diamantbewerkers’, Rotterdams Jaarboekje, 4^de reeks, 6 (1938) 122 – 125.

Kerssies, J. A., ‘Het geheim van de Engelse glasoven. Brandstoftechnologie in de zeventiende-eeuwse glasnijverheid’, Jaarboek voor de Geschiedenis van Bedrijf en Techniek, 4 (1987) 69 – 84.

Ketner, F., Handel en scheepvaart van Amsterdam in de vijftiende eeuw

(Leiden 1946).

Keunen, G. H., ‘De poldermolens in Noord-Holland’, in: Molens in Noord-Holland.

Inventarisatie van het Noord-Hollands molenbezit (Amsterdam 1981) 17 – 43.

–, ‘Waterbeheersing en de ontwikkeling van de bemalingstechniek in WestNederland. De historische ontwikkeling van poldermolensen gemalen tot heden’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, 103 (1988) 571 – 606.

Keyser, M., ‘Het intekenboek van Benjamin Bosma: natuurwetenschappelijk en wijsgerig onderwijs te Amsterdam, 1752 – 1790. Een verkenning’, Jaarverslag KNAG over 1981 – 1985 (1986) 65 – 81.

Kingma, J., ‘Overtomen in Nederland’, Industriële Archeologie, 11 (1991) 48 – 64.

–, ‘De wereld van hout en de mechanische zagerij’, in: H. Bonke e.a., Cornelis Corneliszoon van Uitgeest. Uitvinder aan de basis van de Gouden Eeuw (Zutphen 2002, 2004²) 59 – 84.