–, ‘Lange-termijn processen en de betekenis van politieke factoren in de Nederlandse houthandel ten tijde van de Republiek’, Economischen Sociaal-Historisch Jaarboek
, 55 (1992) 105 – 142.– and Leo Noordegraaf (eds.), Entrepreneurs and entrepreneurship in early modern times.
Merchants and industrialists within the orbit of the Dutch staple market
(Den Haag 1995).– and Leo Noordegraaf (eds.), Ondernemers en bestuurders. Economie en politiek in de Noordelijke Nederlanden in de Late Middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd
(Amsterdam 1999).–, Handel in Amsterdam ten tijde van de Opstand. Kooplieden, commerciële expansie en verandering in de ruimtelijke economie van de Nederlanden ca. 1550 – c. 1630
(Hilversum 2001).Leupen, P. H. D., ‘De representatieve instellingen in het Noorden, 1384 – 1482’. Algemene Geschiedenis der Nederlanden
, vol. 4 (Haarlem 1980) 164 – 171.Lever, Bert and Alexander Sapozhnikov, ‘«Adieu lieve generaal, leeft gezond en gelukkig». Nederlandse genie-officieren in Russische dienst aan het einde van de achttiende eeuw en het begin van de negentiende eeuw’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie
, 55 (2001) 181 – 214.Levere, Trevor, ‘Relations and rivalry: interactions between Britain and the Netherlands in eighteenth-century science and technology’, History of Science
, 9 (1970) 42 – 53. Lieburg, M. J. van, Het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam 1769 – 1984 (Amsterdam 1985).Lindeboom, G. A., Herman Boerhaave. The man and his work
(London 1968).Linden, H. van der, De Cope
(Assen 1956).– and G. H. Keunen, ‘Windbemaling in Rijnland’, in: P. J. M. de Baar (ed.), 25 jaar Rijnlandse molenbemaling
(Leiden 1983) 32 – 42.–, ‘De voorgeschiedenis van de Rijnlandse poldermolen’, in: P. J. M. de Baar (ed.), 25 jaar Rijnlandse molenbemaling
(Leiden 1983), 9 – 19.–, ‘De Nederlandse waterhuishouding en waterstaatsorganisatie tot aan de moderne tijd’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden
, 103 (1988) 534 – 553.Lindqvist, Svante, Technology on trial. The introduction of steam power technology into Sweden, 1713 – 1736
(Uppsala 1984).Lintsen, H. W., ‘Van windbemaling naar stoombemaling: innoveren in Nederland in de negentiende eeuw’, Jaarboek voor de Geschiedenis van Bedrijf en Techniek
, 2 (1985) 48 – 63.–, ‘Stoom als symbool van de industriële revolutie’, Jaarboek voor de Geschiedenis van Bedrijf en Techniek
, 5 (1988) 337 – 353.–, Molenbedrijf en meelfabriek in Nederland in de negentiende eeuw
(The Hague 1989).– and R. Steenard, ‘Steam and polders. Belgium and the Netherlands, 1790 – 185 – ’, Tractrix
, 3 (1991) 121 – 147.– et al
. (eds.), Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800 – 1890, 6 vols. (Zutphen 1992 – 1995).–, ‘Het verloren technisch paradijs’, in H. W. Lintsen et al
. (eds.), Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800 – 1890, vol. 6 (Zutphen 1995) 33 – 50.Lintum, C. te, ‘De textielindustrie in Oud-Rotterdam’, Rotterdams Jaarboekje
, Eerste Reeks, 7 (1900) 1 – 57.Loenen, J. C. van, De Haarlemse brouwindustrie vóór 1600
(Amsterdam 1950).Lösel, M. ‘Die Kleinweidenmühlen’, in: Räder im Fluss. Die Geschichte der Nürnberger Mühlen
(Nuremberg 1986) 239 – 243.Lohrmann, D., ‘Energieprobleme im Mittelalter. Zur Verknappung von Wasserkraft und Holz in Westeuropa bis zum Ende des 12. Jahrhunderts’, Vierteljahrschrift für Sozialund Wirtschaftgeschichte
, 66 (1979) 297 – 316.