Passagier:
Goedemiddag! Ik wil inchecken voor mijn vlucht naar Parijs. (Добрый день! Я хочу зарегистрироваться на рейс до Парижа; goedemiddag – добрый день; ik wil inchecken – я хочу зарегистрироваться; voor mijn vlucht – на мой рейс; naar Parijs – до Парижа).Check-in medewerker:
Goedemiddag! Mag ik uw paspoort en ticket zien? (Добрый день! Можно ваш паспорт и билет?; goedemiddag – добрый день; mag ik zien – можно посмотреть; uw paspoort en ticket – ваш паспорт и билет).Passagier:
Natuurlijk, hier zijn ze. (Конечно, вот они; natuurlijk – конечно; hier zijn ze – вот они).Check-in medewerker:
Dank u. Heeft u bagage om in te checken? (Спасибо. У вас есть багаж для регистрации?; dank u – спасибо; heeft u bagage – у вас есть багаж; om in te checken – для регистрации).